Uteenzeting het gevecht tegen het water
V3E September 2013
Het gevecht tegen het water.
Een deel van Nederland ligt onder het zeeniveau, nog een groter deel loopt een groot risico op overstromingen. Maar hoe kan het dan dat wij geen natte voeten hebben? En zou het in het verleden wel al mis zijn gegaan? Wat gebeurde er bij de watersnoodramp van 1953? Wat zijn deltawerken en droogmakerijen.?
De watersnoodramp.
Op 1 februari 1953 gaat het goed mis met de dijken in Zeeland en Zuid-Holland, dat zorgt voor veel schade en slachtoffers. Door springvloed en een zware storm braken er veel dijken. Vooral de zware golf later die dag kostte veel mensen het leven. Door de ramp komt er een groot gebied onder water te staan, in totaal 175.000 hectare. Er wonen in 1953 600.000 mensen in het rampgebied. Daarvan zijn er door watersnood ramp 1836 overleden. Ook moesten er bijna 100.000 vluchten voor het water. Vanaf de volgende dag gingen de slachtoffers met vervoersmiddelen als bootjes en karren naar de eerste opvangplaatsen. Dit waren vaak kerken en scholen. Later kwamen mensen in gastgezinnen terecht, in de oktober na de ramp zijn 11.000 mensen nog steeds niet teruggekeerd uit dat tijdelijke gastgezin.
Deltawerken
In de jaren twintig vond Rijkswaterstaat al dat het land beter beschermd moest zijn tegen het zeewater en de binnenwateren en Rijkswaterstaat begon plannen te maken, maar pas na de watersnoodramp kwam daar echt veel van terecht. De afsluitdijk van 1932 was de eerste grote stap. De deltawerken zijn een verdedigingssysteem dat Nederland moet beschermen tegen hoogwater en overstromingen. De verdediging geldt vooral voor Zeeland, zuid Zuid-Holland en Noord-Brabant. Het heeft decennia gekost om de Deltawerken te bouwen. Het laatste grote project van de Deltawerken is de Maeslantkering van 1997. De Maeslantkering bestaat uit twee grote beweegbare armen die samen de Nieuwe Waterweg kunnen afsluiten.
De Maeslantkering beschermd het gebied rond Rotterdam zonder de handel te belemmeren.
Droogmakerij
Een droogmakerij is een polder die is ontstaan door het droogleggen van een meer of een gedeelte van een meer of zee. Droogmakerijen komen het meest in Nederland voor, naar oppervlakte ligt 95% van de droogmakerijen in Europa in Nederland. In Nederland is het landschap niet zo gewaardeerd, omdat het erg eentonig is, daarentegen is er in het buitenland veel belangstelling voor de Nederlandse droogmakerijen.
Conclusie
Nederland heeft in het verleden inderdaad problemen gehad met het water, maar in de loop der jaren heeft Nederland geleerd om tegen het water te vechten. Nu staat Nederland bekend om de polders en waterkeringen